Compositie is altijd een essentieel onderdeel geweest van meester-schilderijen. De architect en kunstenaar Leon Battista Alberti noemt het in zijn boek Over schilderen zelfs het op een na belangrijkste onderdeel van het schilderen. Het lijkt mij voor de schilder van cruciaal belang om beeldcompositie op z’n minst te bestuderen en te onderzoeken in hoeverre het van betekenis en belang kan zijn voor je eigen schilderijen en creaties.
Compositie is eigenlijk het creëren van orde in de chaos door middel van het ordenen van bepaalde beeldelementen volgens bepaalde constructiemethoden. Je uitsluitend baseren op je intuïtie en ervaring als het gaat om het ordenen van objecten, figuren en ruimten binnen het kader zal niet tot een consequent niveau leiden voor wat betreft de compositiebeheersing. Het kan je als schilder verder helpen als je de regels die immers ook voor tekenen en kleur gelden, ook gaat toepassen voor je compositie op het doek. Je bent dan in ieder geval meer bewust van de keuzes die je maakt waarmee je de toeschouwer als het ware kan sturen door je schilderij. Jij bepaalt uiteindelijk zelf het verhaal wat je op het doek wilt vertellen en hoe mooi is het dan als je daarvoor een aantal handige hulpmiddelen tot je beschikking hebt?
Om je blik te kunnen sturen heeft een schilder een aantal middelen tot zijn beschikking. Naast bijvoorbeeld het gebruik van tint, ritme en gradatie hebben de compositieschema’s die gebaseerd zijn op harmonische proportie de grootste rol gespeeld in kunstwereld van vroeger. De oud-Griekse wiskundige en filosoof Pythagoras ontdekte een van de grootste mysteries in de natuur: de toonladder. Hij ontdekte dat op klankgebied orde en schoonheid worden bepaald door de harmonische grondtonen die het gevolg zijn van een natuurlijk verschijnsel dat zich voordoet bij bepaalde muzieknoten die aangename klanken geven. De theorie voert te ver om hier al te diep op in te gaan maar in het kort komt het erop neer dat deze aangename harmonische tonen zich op de helft(octaaf), twee-derde (reine kwint) en driekwart (reine kwart) van een trillende snaar bevinden. Wat Pythagoras ervoer was de harmonie die ontstaat wanneer de delen en het geheel op een bepaalde manier met elkaar in verband staan.
Net zoals deze bepaalde verhoudingen aangenaam klinken zijn ze ook aangenaam om naar te kijken. Harmonische vlakverdelingen werden dan ook door de meester-schilders op diverse manieren toegepast. Een veel gebruikte techniek was om onderwerpen of objecten op of langs bepaalde scheidslijnen te plaatsen en langs de diagonalen van een rechthoek te zetten.
Er zijn verschillende compositie-methoden en dus benaderingswijzen. Een van deze benaderingswijzen is de armatuur van de rechthoek. Dit is in mijn ogen de belangrijkste compositieregel voor de kunstschilder. Deze is eenvoudig te construeren door 14 diagonale lijnen te trekken in een vierkant of rechthoek zodat er een compositieraster ontstaat.
De snijpunten van deze diagonalen bepalen de plaats van de harmonische vlakverdelingen. Dit raster geeft de grenzen aan van de compositie en binnen deze grenzen kun je eindeloos variëren om zo een oneindige verscheidenheid aan eenvoudige tot meer gecompliceerde composities te creëren. Complexere composities kun je proberen te maken door bijvoorbeeld cirkels of ellipsen over het armatuur heen te leggen. De toonladder van de compositie heb je nu, de rest is een kwestie van je eigen fantasie gebruiken…
In mijn schilderij Waterlelies “Le lac de Crena” dat overigens nog niet helemaal voltooid is, heb ik gepoogd om de armatuur van de rechthoek te gebruiken om bepaalde elementen in het schilderij langs de belangrijke scheidslijnen te plaatsen. Ook de koelere groentinten die zich aan de rechterzijde van het schilderij bevinden en een schaduw vormen over het geheel volgen dit raster waarbij ik wel de vrijheid genomen heb om daar waar ik dat nodig vond enigszins af te wijken. Het raster moet je de vrijheid verlenen om gerichte keuzes te kunnen maken maar je niet de vrijheid benemen om af te wijken.